Het is zeer waarschijnlijk, dat Tiel als havenstadje aan de Rijn al zeer vroeg via Duitse kooplieden in contact is gekomen met het Lutheranisme. De bronnen zwijgen over dit eerste begin.
In de 18e eeuw wordt de Lutherse gemeente van Tiel een filiaalgemeente van die van Culemborg.
De vestiging van kapitaalkrachtige Duitse gezinnen zorgden voor groei en een zekere welstand.
Bij decreet van de magistraat wordt het in 1753 de Lutheranen toegestaan, om 4 maal per jaar doop- en avondmaals diensten te houden. Een predikant uit Culemborg kwam daarvoor naar Tiel. Tegelijkertijd wordt de Sint Caeciliakapel aan de Lutheranen toegewezen. Deze blijft echter eigendom van de stad.
In 1810 gaf het Amsterdams Consistorie een geldelijke bijdrage voor een predikants-traktement. De gemeente maakte een groei door, mede door toestroom van Hervormden die de te strenge orthodoxie in de eigen kerk afkeurden.
Bij Koninklijk Besluit wordt de Lutherse gemeente Tiel in 1841 geïnstitutionaliseerd en tot zelfstandige gemeente verheven.
De tweede wereldoorlog bracht grote schade aan het kerkgebouw. Een Deense schenking maakte de bouw van een noodkerk mogelijk. Toen deze moest wijken voor de nieuwbouw van Tiel, kon men in 1964 de Caeciliakapel kopen, restaureren en in 1967 inwijden.
Er werd een gemeentecentrum gebouwd: de Ceciliënhof.
Sinds 2011 maakt de Lutherse gemeente deel uit van de PKN Tiel.
De Sint Caeciliakapel bevindt zich aan de Kerkstraat 34.