Lutherse gemeenten / Noord-Holland / Medemblik

Medemblik

Het eerste doopboek van de gemeente dateert uit 1672. Deze datum wordt wel aangenomen als het begin van de Lutherse gemeente van Medemblik. Proponent (= theologiestudent met preekbevoegdheid) G. H. Petri, die dit eerste doopboek initieerde, was één van de drijvende krachten achter de zogenaamde Haagse Unie. Deze samenwerking van Lutherse gemeenten bestond van 1698 tot 1713.

Vrijwel zeker bestond de eerste Lutherse groep vooral uit Scandinaviërs en Duitsers uit de protestantse Duitse vorstenlanden. Dit is niet verwonderlijk gezien de aanwezigheid van een haven met internationale contacten.

De gemeente is altijd klein gebleven en, omdat financiering via de Haagse Unie mislukte, is zij bijgevolg daarvan steeds afhankelijk van de geldelijke bijstand van het Amsterdamse Consistorie gebleven.

Het kerkgebouw aan de Pekelharinghaven kon in 1697 worden ingewijd.

In datzelfde jaar besluit men zich aan te sluiten bij de Hersteld Luthersche Kerk.

Het Amsterdamse Consistorie legde vrijwel direct daarop beslag op het kapitaal dat voor Medemblik bestemd was.

In de eerste helft van de 19e eeuw zette verval in. Door conflicten tussen predikant en kerkenraad enerzijds, maar grotendeels door achteruitgang van de economische activiteit ter plaatse. Bovendien zorgde een vorm van malaria voor hoge sterfte.

Een nieuw regelement voor de Herstelden werd zonder toestemming van de koning, én met tegenstem van Medemblik, in 1833 toch aanvaard.

Vanaf dat moment waren er voortdurend conflicten (zowel in- als extern). Desondanks kon in 1859 met hulp van de Herstelden van Amsterdam een grotere kerk worden gebouwd.

De Hersteld Evangelisch-Luthersche Kerk besluit in 1920 om van de gemeente Medemblik een filiaalgemeente van Hoorn te maken.

In 1962 wordt de Lutherse gemeente opgeheven. Veel leden gingen over naar de Nederlands Hervormde kerk. De kerk en pastorie werden verkocht.

Beschikbare documenten
02 medemblik.jpg