Lutherse gemeenten / Noord-Holland / Amsterdam

Amsterdam

Geen enkele Lutherse gemeente heeft zo’n grote invloed gehad als die van Amsterdam. Vanouds bestond ze uit zeer welgestelde families (voornamelijk handelaren).

Nog in de jaren 50 van de vorige eeuw waren er minstens 8 kerken en kapellen in de stad, 1 ziekenhuis, twee hofjes, 1 bejaarden- en 1 weeshuis en diverse wijkgebouwen. Landelijk kon Amsterdam door haar financiële positie jarenlang domineren. Zij ondersteunde kleine kerkgemeenschappen (ook van particuliere zijde uit Amsterdamn kwam geldelijke hulp).

De Amsterdamse Lutherse gemeente stond aan de wieg van Lutherse kerken in Nieuw Amsterdam (USA), Berbice (Guyana), Paramaribo, Kaapstad, Calle (Sri Lanka) en Batavia. De eerste dominees in deze gemeenten werden zonder uitzondering ingezegend in en uitgezonden vanuit de Oude Lutherse kerk aan het Spui in Amsterdam.

Door haar rijkdom en uitgebreide netwerken kon deze gemeente ook internationaal invloed uitoefenen!

In het zogenaamde Hamburgerkoor van de Oude Kerk kwamen vanouds handelaren uit de stad Hamburg bijeen. Toen deze stad luthers werd kreeg deze stroming ook invloed in de broederschap van handelaren. Het kan niet anders dan dat de priester(s) van de Oude Kerk op de hoogte waren! Na de val van Antwerpen (1585) sloten lutherse vluchtelingen zich aan bij de broederschap. Ook werden weldra Scandinaviërs opgenomen. Een belangrijke Lutherse cel was geboren!

Voor de stichting van een gemeente worden 2 data genoemd:

De eerste is 1588, in dit jaar wordt Andries Nescher tot ziekentrooster benoemd. De tweede is 1592, in dit jaar wordt de organisatie van de gemeente vastgesteld.

Het Calvinistische stadsbestuur verbood alle niet Calvinistische godsdienstoefeningen. Tussen 1591 en 1604 was de jonge groep aan vervolgingen onderhevig. Door bemiddeling van Duitse vorsten en de koning van Denemarken trad na 1604 rust in (deze “tolerantie” van het stadsbestuur zal zeker zijn ingegeven door handelsoverwegingen!).

Door aankoop van een pakhuis aan het Spui in 1600 vond de groep eindelijk een vaste plaats voor haar bijeenkomsten. Door aankoop van belendende panden kon de ruimte vergroot worden tot een echte kerk. Deze werd in 1633 ingewijd.

Tijdens de diensten werd nog in het Duits gepreekt. Dit werd nog versterkt door een aanzienlijke toevloed van Lutherse vluchtelingen uit Aken. Tegen deze gewoonte om in het Duits te preken kwam langzamerhand verzet, met name van de kant van diakenen. Rond 1683 ontstond mede hierdoor een ernstig conflict (naast een theologisch strijdpunt werd de controverse beheerst door verschillen tussen in Nederland onder leiding van ds. Hoppe opgeleide predikanten en in Duitsland opgeleide). Door het stadsbestuur werd aangedrongen op verzoening. Pas toen één van de fanatiekste predikant (ds. Colerus) een beroep naar Den Haag had aangenomen werd in 1693 de vrede getekend! De vernederlandsing zette door, zodat in 1740 van de 6 predikanten nog slechts 1 in het Duits preekte (deze situatie bleef zo totdat in 1944 de laatste Duitse predikant, ds. Voges, ontslag nam).

Terzelfder tijd speelde een conflict waarbij de uiterst dominante positie van Luthers Amsterdam in de Nederlanden een rol speelde. Gedurende een tiental jaren maakten zich een aantal gemeenten los van de Lutherse broederschap. Zij opereerden onder de naam “Haagse Unie” (of kortweg “de Unie”). Dit initiatief bloedt dood in het begin van de 18e eeuw.

In het midden van de 18e eeuw was ongeveer een zesde deel van de Amsterdamse bevolking Luthers!

Een tweede (ernstiger) conflict leidde in 1791 tot een kerkscheuring die tot 1952 zou voortduren. Vanuit Duitse universiteiten bereikt een rationalisme de Amsterdamse Lutherse gemeenschap. Deze stroming stelde onder anderen de Godheid van Christus ter discussie. Onder leiding van ds. Hamelau scheidde ongeveer een vierde deel van de gemeente zich af. Hieronder bevonden zich enkele zeer rijke families. De “Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk” was geboren. In 1793 betrok zij een nieuwe kerk aan de Kloveniersburgwal (in 1950 gesloten en verkocht aan de Nederlandsche Bank. Thans in gebruik als theater). De Herstelden gingen zeer voortvarend te werk: in 1825 werd het West-Indisch huis gekocht en ingericht tot wees- en oude liedenhuis. Voorts werd een eigen “kweekschool” gesticht voor de opleiding van predikanten. In de 20e eeuw werden nog 3 Hersteld Lutherse kapellen gesticht. De Elimkapel (1911), de Lutherkapel (1930) en de Rogatekapel (1931). Opvallend is dat de bijdrage van particuliere welgestelden zeer groot was.

Tijdens de regering van koning Willem I verbeterde de financiële situatie van de kerk (omdat de traktementen voor predikanten door het rijk werden betaald). De Evangelisch Lutherse kerk sticht een seminarie voor de opleiding van predikanten. De opleiding is nu geheel in Nederlandse handen.

In de 19e eeuw groeit de invloed van het modernisme. In 1872 werd als tegenwicht daarom het Nederlandsch Luthersch Genootschap voor in- en uitwendige zending opgericht. Net voor de tweede wereldoorlog was in de Evangelisch Lutherse Kerk van Amsterdam van de 6 predikanten nog slechts 1 van vrijzinnige signatuur!

Ingrijpend voor beide kerken was de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort in 1874. Een omvangrijke suburbanisatie van onder meer welgestelde Lutheranen was het gevolg. De groei van de Lutherse kerken in de Gooi gemeenten kan hierdoor verklaard worden. Ook zet de ontkerkelijking door tegen het einde van de eeuw.

Vlak na de tweede wereldoorlog werd de Lutherse Wereldfederatie gesticht in het Zweedse Lund. Vertegenwoordigers van de “Herstelden” en de “Evangelisch Luthersen” troffen elkaar en probeerden een herenigingsgesprek op gang te brengen. Pas op 31 januari 1952 vond de hereniging plaats, en gingen de Lutheranen samen onder de naam “Evangelisch Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden”.

Verdergaande ontkerkelijking en suburbanisatie maakten een herschikking van de 10 wijkgemeenten tot 1 gemeente voor Amsterdam noodzakelijk. Deze centrale gemeente bestond uit 4 zogenaamde brandpunten rond de daar aanwezige kerken:

Brandpunt “Op de Dijk” (voor centrum en Noord), brandpunt Zuid - Oost, brandpunt Maarten Luther en brandpunt Augustana. In 2012 werden de gemeente Amstelveen en Haarlem opgenomen in de Amsterdamse gemeente. Een latere herverkaveling leidde tot nog slechts 3

Brandpunten: Amsterdam – stad, Zuid – Oost en Haarlem.

Van de gemeente is een avondmaals loodje bekend. Bovendien lijkt het wel of Amsterdam een echte penningverslaving had! Van geen Nederlandse Lutherse gemeente zijn zoveel penningen bekend. Zie Donga en van den Berg: Lutherse penningen of www. Luthersepenningen.nl