Jan Brandes (predikant, tekenaar, botanist en cultureel antropoloog) werd in 1743 in Bodegraven geboren. Zijn ouders (vader was dominee) waren afkomstig uit Eisenach. Hij bezocht de Latijnse school in Breda. In 1768 en 1769 was hij proponent (= student theologie met preekbevoegdheid) in Amsterdam. Van 1763 tot 1765 studeerde hij theologie in Leiden. Zijn eerste dienst als Lutherse predikant vond plaats in 1766 in de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam. Hij zette zijn studie voort in Greifswald (tot 1768). Omdat deze stad toen in Zweeds gebied lag, is het zeer waarschijnlijk dat hij hier contacten onderhield, die veel later zouden leiden tot grondaankoop en blijvende vestiging in Zweden, In 1769 deed hij predikantsexamen en volgde zijn benoeming tot predikant in Doetinchem. Hij was verplicht om ook diensten te doen in Bredevoort, Venlo en Grave (in de daar gelegerde garnizoenen bevonden zich veel Lutheranen). Omstreeks 1776 kocht hij een boerderij in de buurt van Doetinchem en oefende hij zich in de tekenkunst. De kerkenraad van Batavia vroeg in 1777 bij het Amsterdams Consistorie om een nieuwe predikant. Jan Brandes werd na sollicitatie op deze post benoemd. Zijn reis begon in 1778. Na een kort oponthoud in Kaapstad arriveerde hij in 1779 in Batavia. Na het overlijden van zijn vrouw kocht hij een landgoed ten zuiden van de stad, waar hij zich bekwaamde in de groententeelt en de tekenkunst. Voorts ontwikkelde hij belangstelling voor de biologie en de volkenkunde. Een conflict met zijn collega Hooijman doet hem vermoedelijk besluiten om in 1783 ontslag te nemen en naar Nederland terug te keren. Via een verblijf in Ceylon en Kaapstad bereikt hij in 1787 Amsterdam. Niet lang daarna besluit hij grond te kopen in Zweden om daar een boerderij te beginnen. Ongetwijfeld is dit plan mede ingegeven door vroegere Zweedse contacten uit Greifswald. In Skälsebo (100 km ten zuiden van Linköping) koopt hij zijn bedrijf waar hij tot zijn dood in 1808 zal leven. Hij wordt in een familiegraf in Tuna begraven. Zijn geschriften en tekeningen worden bewaard de universiteitsbibliotheek van Goteborg en het Rijksmuseum in Amsterdam.