De godsdienst van de regerende vorst of bisschop bepaalde het geloof van zijn onderdanen. In het gebied van het aartsbisdom Salzburg woonden veel lutheranen die weigerden gehoor te geven aan deze politieke afspraken onder het gebod ‘wiens gebied, diens godsdienst’. Door het optreden van aartsbisschop Leopold Anton von Firmian die van 1727 tot 1744 aan de macht was, werden vele duizenden lutherse Salzburgers (19.000 personen) gedwongen te vertrekken zonder meeneming van hun goederen. De meeste van de verdreven lutheranen vestigden zich op uitnodiging van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm in Litauen.
Op uitnodiging van de Staten Generaal van de Zeven Verenigde Nederlanden, werden er zo’n 800 personen (mannen, vrouwen, kinderen) uitgenodigd naar Nederland te komen. Hun plaats van vestiging werd Zeeland en wel het land van Cadzand in Zeeuws-Vlaanderen. De Staten Generaal kwamen slechts mondjesmaat hun toezegging tot financiële ondersteuning na. Uiteindelijk trok zich de Amsterdamse lutherse gemeente het lot aan van deze immigranten door de oprichting van het Amsterdamse Fonds van Cadzand. Door collectes en de opbrengst van de verkoop van gedenkpenningen kon de aankoop van grond en de bouw van huizen en boerderijen in het Zeeuwse vanuit Amsterdam worden bekostigd. Ook de lutherse kerk te Groede werd vanuit Amsterdam gesticht.