De eerste tekenen van Luthers leven komen uit 1642. Het betreft een groep Duitse vluchtelingen (in Duitsland woedde in die tijd de dertigjarige oorlog). Reeds in 1643 besloot deze groep een eerste predikant uit Wiesbaden aan te trekken (vermoedelijk zelf ook een vluchteling). Voor de opkomende ambachtsactiviteiten waren deze luiden een welkome aanvulling op een krap aanbod van autochtone arbeidskrachten.
Zoals overal elders was de tegenwerking van de Calvinisten zeer groot. Zo was er een verbod op openbare godsdienstuitoefening. In 1645 werd dan ook voor de eerste maal het Heilig Avondmaal gevierd in een gehuurd gebouw.
Door tussenkomst van de (Lutherse) graaf van Ost Friesland en stadhouder Frederik Hendrik kregen de Lutheranen in 1647 verlof om godsdienstoefeningen te houden.
Er werden nu plannen gemaakt om een kerk te bouwen. De gelden daarvoor werden bijeen- gebracht door middel van collectereizen naar de Duitse vorstendommen, Denemarken, Zweden en Noorwegen. In 1657 kon men de kerk inwijden.
Door teloorgang van diverse economische activiteiten (o.a. de porseleinfabricage), verkeerde de gemeente voortdurend in financiële problemen.
Desondanks besluit men in 1818 tot de bouw van de huidige kerk.
Medio 19e eeuw werd de periode van verval verergerd door de ernstige tweedracht tussen de vrijzinnige leden en de rechtzinnige. De kerk verliest dan leden zowel naar de Hervormde kerk als de Doopsgezinden.
Vermeldenswaard is de ambtsperiode van ds. P. H. G. C. Kok van 1950 tot 1981. Deze predikant was bovendien beeldend kunstenaar (bekend van kerkramen en mozaïekwerk).
In de 20e eeuw maakte het kerkgebouw diverse ingrijpende restauraties noodzakelijk.
Door secularisering en vergrijzing besloot men in 2006 onderdeel te worden van PKN Weesp en Driemond. De kerk werd verkocht.
De voormalige Lutherse kerk bevindt zich aan Nieuwstad 36. De gezamenlijke diensten worden gehouden in de Grote Kerk, Nieuwstraat 31.