Er heeft in Sappemeer een zelfstandige Lutherse gemeente bestaan van 1680 tot 1908.
Zoals in alle plaatsen in het veengebied van Oost Groningen werden voor het turfsteken Duitse arbeiders uit Ost Friesland, Oldenburg en Westfalen aangetrokken. Dezen beleden de geloofsopvattingen van Luther.
De eerste Lutherse bijeenkomsten dateren van het jaar 1670. Predikanten uit Groningen en Winschoterzijl bedienden deze gelovigen. In 1680 werd een proponent (= een gestudeerde met preekbevoegdheid) aangesteld. Pas in 1706 kon de eerste geordineerde predikant worden beroepen.
Met hulp van het Amsterdamse consistorie kon in 1722 een kerkje worden gebouwd (en de pastorie vernieuwd).
Eind 18e eeuw ontstond in de gemeente onrust door tegenstellingen tussen patriotten en prinsgezinden. Bovendien was er kerkelijke wrijving door de pogingen van de zojuist door afsplitsing ontstane Hersteld Lutherse Kerk invloed in de kerk te verkrijgen. Dit is ook hier niet gelukt (zie bijlage 3).
Na de Franse tijd ging het financieel beter met de gemeente. Dit was onder meer te danken aan het feit dat onder koning Willem I dominees door middel van een rijks traktement bezoldigd werden. De gemeente bleef lange tijd welvarend.
Na 1888 zette het verval in (dit zal mede veroorzaakt zijn door het aflopen van de turfwinning in dit gebied), zodat in 1908 besloten werd tot een fusie met de Lutherse gemeente van Winschoten. Het vermogen van de kerk werd opgenomen in een Synodaal fonds ten behoeve van de gemeente Winschoten-Sappemeer.
De kerk aan de Lutherse Kerkstraat werd verkocht, en in 1933 afgebroken.