Piet Kok werd in 1919 in Utrecht geboren en overleed in Deventer in 1981. Hij studeerde van 1939 tot 1943 theologie in Amsterdam. Hij werd hulppredikant in Utrecht en Leeuwarden. In Utrecht nam hij teken- en schilderlessen bij de schilder Willem van Leusden. Na de oorlog volgde hij van 1945 tot 1950 lessen Monumentale Kunsten aan de Rijksacademie in Amsterdam. Röling en Campendonk waren daar zijn leermeesters. In 1950 werd hij als Luthers predikant beroepen in de gemeente Weesp. Van 1968 tot 1975 was hij president van de Lutherse Synode. Van zijn hand zijn 80 glasramen bekend (voor kerken, openbare gebouwen en particulieren). Vermeldenswaard zijn 2 gedenkramen: in 1956 vervaardigde hij een raam voor de verzetsstrijder Johan Brouwer (Nicolaikerk, Utrecht) en in 1966 een Wilhelminaraam (Austin Friars, London) Buitendien zijn er een aantal mozaïeken , muurschilderingen en draadplastieken van zijn hand bekend.