Terug naar Bewoners in Beeld

 

Handen uit de mouwen

Van de ouderen die in het huis woonden werd verwacht dat ze de handen uit de mouwen staken, mits ze daar nog toe in staat waren. Er waren veel verschillende baantjes te vergeven, met name voor de mannen, zoals organist, kleermaker, portier, nachtwaker of broodhaler. Voor het werk dat ze verrichten werden de heren betaald, maar er waren ook banen die de mannen voor niets ‘uit menslievendheid en verplichting’ moesten doen. Dit gold voor de lijkendragers en ‘meedegangers’. Van de baantjes die voor de vrouwen bedoeld waren zoals, stijfsters, waaksters bij de zieken en tafeldeksters werd geen vergoeding gerekend. In de begintijd van het gesticht werden taken vooral beloond met speciale privileges.

De oude man Casper Gabriel Abt bijvoorbeeld was in 1772 verantwoordelijk voor het waken over het vuur en het bijvullen van de vrouwenstoven. In ruil hiervoor mocht hij zijn eigen kleding dragen, mocht hij eten aan de dienstbodetafel en mocht hij alleen slapen.

Bewoners bij dit verhaal